Orderboekje

Hieronder kunt u de tekst vinden van het Orderboekje, het oude reglement van het gilde.

Regelement of order boek van de Gilde van den Heiligen Anthonius en den Heiligen Nicolaas te Groeningen

Tot gemak der Gild Meesters volgens de oude Gilde brieven en der zelver gebruiken door Gerardus de Paater Koning en op verzoek van de Gild Meesters Jan Martens en Hendrik Fransen
Groeningen den 15 Mei 1844
Dit boek bestaat uit zes bladzijdens geparafeerd op elke bladzijde
G. de Paater

Deze onze Gilde of Broederschap is opgericht tot luister van den Godsdienst, en ter ere van den heiligen Anthonius en den Heiligen Nicolaas, door een Pastoor van Vierlingsbeek en eenige Adelijke Heeren van de Voordt, in den Jare onzes Heeren een duizend vierhonderd vier en negentig, 1494.
Voor deze Gilde zullen jaarlijks gedaan worden, vier Sacrafierien der Miszen, ter eere van den Heiligen Anthonius Abt en den Heiligen Nicolaas, waarvan er twee singende zullen gedaan worden voor de overledene broeders van deze gild, waarin ook de namen der overledene door de Prister zullen afgekondigt worden, waar de levende Broeders moeten tegenwoordig zijn en tot lavenis hunner Zielen mede dit sacraficie opofferen, dit geschiede op den feestdag van Antonius en op Pingstermaandag, op welken dag men ook den vogel schiet en de twee lezende diensten zullen geschiedee telkens een daags daar naar, voor de levende Broeders of tot welzijn van dit Gild, of Broederschap, waarin de Broeders ook zoo veel als hun beroep toelaat moeten tegen woordig zijn om deze Sacraficum mede tot welstand van onze Broederschap Gode op te offeren.
Naar de twee hooge diensten zullen de Gilt Meesters, koning Officiers, Vaandeldrager en de Priester die de Mis gedaan heeft den Koffie met behoorlijk ontbijt en eenige Glazen Brandewijn kunnen gebruiken op last van deze Gilt in het teerhuis, ook zullen de Officiers met Koning en Vaandeldrager elk een fles wijn mogen gebruiken na het vogelschieten en den koning gewapent naar huis brengen.
Op Pingster maandag zal het vogelschieten moeten plaats hebben wanneer het gehele Gilt elk naar orde zal optrekken, elk gering broeder met geweer gewapent. Alzoo de Triompht de Kapel binnen van S.Antonius om aldaar eerst het Lof bij te wonen, dewijl de gild tot luister van Godes dienst is gesticht. En daar zal elk nog jeugdigen broeder in het midden van de gang der Kapel blijven staaneerbiedig voor de Goddelijke tegenwoordigheid en de bejaarden zullen in de banken mogen zitten.

Daarna trekt men gezamenlijk naar den boom, waar zich elken broeder, als ook in het … en weder keeren naar en van den vogel, naar de orders der officiers zal moeten gaan voegen zonder de minste tegenspreking. Als dan zal het eerste schot gelost worden door de Burgermeester het tweede door den Koning van deze Gilt. Voorts schiet elk naar zijn believen. Indien in het vallen van den vogel twee tegelijk mogten geschoten hebben dan schieten deze twee in het wit en … naast is Koning waarvoor hij zal ontvangen een zeker prijs wanneer hij ook een zilveren plaat ter gedachten nis aan het zilveren krans zal gehangen hebben ter waarde van twee Gulden vijftig Centen.
Wanneer iemand twee achter een volgende keren de Koningsvogel moogt afgeschoten hebben zoo schiet hij den volgend keer om Keizer als dan zal hij twee geweren mogen gebruiken en een vrijen mikpost voor zich behouden, schiet hij den vogel voor de derde keer af zoo is hij beregt aan alle regten van deze Gilt zonder eenige Kosten mist hij eene Zilveren ster op zijne borst dragen in deze regten zoo lang hij Keizerzijn zal, of een anderen in zijn plaats treed door zoo dikwijls den Koningsvogel geschoten te hebben of zelve den Koningsvogel weder om afschiet dat niet zal mogen plaats hebben dan ten zij hij door een dubbelde genoodzaakt werdt.
Niemand zal in het heen nog wederkeren naar of van den vogel met een pijp in den mond mogen gaan nog van de schutterij af lopen voor aleer het vaandel aan het teerhuis zal ingetrokken zijn. Elk zij behoedzaam met zijne geweer lopen. Niemand zal zijn geweer aan een ander leenen of geven die niet aan deze Gilt behoort en indien er iemand buiten deze schutterij op den vogel schiet zal dit aan een der Hoofden gezegd worden die zal de Zelve straffen met eene dubbelde boeten . Deze Gilde of schutterij zal ook gezamenlijk moeten optrekken even zoo als men den vogel schiet voor de Geestelijke en Wereldlijke overheid als hun dit gelast word om onzen veerschuldigen eerbied aan de Zelve te betoonen. Deze Gilde zal tweemaal jaars teeren met S. Antonius en op Pingstermaandag telken drie achtereen volgende namiddagen en de laatste twee voormiddagen.
Geen broeder zal in het teerhuis nog in eenige begintenis van deze Gild de Naam des Heeren lasteren, nog iemand schelden nog heten liegen waar over hij eenmaal zal mogen vermaand worden en in t’ geheel geen ruzie of handgemeenschap en wie iemand eene bloedwondt veroorzaakt eene Dubbelde boeten. Al wat in deze Gilt meer zal verteerd zijn als zij inkomende heeft zullen alle gezaammenlijke broeders malkanderen helpen betalen. Wanneer een broeder van deze Gilt komt te sterven zullen alle de broeders van deze Gilt zich op zijne begravenis moeten bevinden en het Sacrafucie der Mis tot lavenis van zijne Ziel bij wonen en in het zelve ten offer gaan, mits het hun door den tapper of orde der Gilt Meesters is gelats, waarvoor den overledenen zal moeten drie Guldens voor den Gilt betaalen om des zelfs naam op het zielboekje te tekenen en dertig Centen aan den tapper voor het rondzeggen.
In de teerkamer van deze Gilt zal niemand dan de broeders van de Zelve mogen binnenkomen wie buiten de Zelve binnen komt zal dadelijk met het gestelde gelaagsgeld beboet worden uit genomen de Kinderen van de broeders beneden de dertien jaaren en de Zelver huisvrouwen op Pingsterwoensdag wanneer de Koningin zal af gehaalt worden. In deze Gilt zal niemand dan RoomsCatolijke brave en eerlijke lieden kunnen deelnemen en indien een broeder mogt vervallen tot oneerlijkheid of ongeregeltheden en men hem dit met regt kan overtuigen zal hij dit Gilt moeten verlaten en zijnen naam worden door geschrabt.
Een deelnemer zal voor het ingaan zijnen naam op den lijst der levende broeders moeten laten optekenen met te betalen eene Gulden en twintig Centen en zich onderwerpen aan alle regten. Indien ook iemand dit Gilt wil verlaten zal hij kunnen afgaan voor zestig Centen en zijnen naam laten afschrijven. Er zal s’jaarlijks een nieuwe Gilt Meester gekozen worden, voor de ouste van de twwen hier aan zal zich een ieder broeder moeten onderwerpen.
De Meesters zullen verbonden zijn om de papieren dezer Gilt in goede order te houden en s’jaarlijks rekening doen op Pingsterwoensdag in de precentie van de Koning en de Officiers, wanneer ook alle de inkomsten moeten betaald zijn. Alle zes jaaren zullen de Officiers plaatzen verkogt worden voor een s’jaarlijkse bijdragen en deze moeten goede wapens hebben op hun kosten. Elken broeder wie het ook zij zal zich aan deze voorschreven regten moeten onderwerpen op eene boete van een vierde ton bier of vijfenzeventig Centen, uitgenomen diegenen welke buiten het gehucht Gruningen of het gelui van S.Antonius Kapel woonachtig zijn. Indien iemand onwillig hier in mogte zijn en zijne boete niet wilde betalen zal het geheele Gilt ten zijne woonhuizen pand gaan halen voor orde van de zelve en dan zullen de boeten dubbel zijn.

Herschrijving en bewerking van dit orderboekje op de computer is verricht door keizer Rini Peters van het St. Anthonius en St. Nicolaasgilde in Groeningen in februari van het jaar 2002, enkele maanden na het behalen van het keizerschild op het Landjuweel te Helmond in 2001.