Uitvaart met gilde-eer

Bij het overlijden van een (jeugd)lid van het gilde is het mogelijk om als gilde, indien gewenst, iets te betekenen bij de begrafenis of crematie. Van de hieronder gegeven richtlijnen kan afgeweken worden in samenwerking met de familie. In overleg met de familie zal besproken worden wat wel en niet van toepassing is in geval van een overlijden. Als men van begraven met gilde-eer gebruik maakt, dan moet men wel realiseren dat dit alleen maar op zaterdag (of bij uitzonderlijke gevallen buiten de zaterdag) kan, dit ook in overleg met pastoor en begrafenisondernemer. Voor het begraven met gilde-eer komt elk lid in aanmerking.

Als het bestuur op de hoogte wordt gebracht van het overlijden van een hun leden, dan zal een bestuurslid contact opnemen met de familie. Als men kiest voor een begrafenis zonder gilde-eer, dan kan het gilde toch een bijdrage leveren. Het hoofdvaandel met zwarte rouwwimpel kan bij de avondwake en uitvaartdienst voor in de kerk of kapel geplaatst worden. Ook zal een delegatie van het bestuur of leden van het gilde de uitvaartdienst bijwonen. Voor alle overleden gildebroeders zal er een kruisje komen te hangen in het veldkapelletje. De partner en familie zullen het eerste jaar worden uitgenodigd voor het bijwonen van de Heilige Mis met St. Tunnis en Pinksteren.

Voor een begrafenis met gilde-eer hanteren we de volgende richtlijnen:

  • Overledene wordt gedragen door het gilde
  • Het koningszilver komt op de kist te liggen
  • De hoed of baret komt ook op de kist te liggen
  • Eén bloemstuk mag ook op de kist liggen
  • De kist wordt gedragen door 6 gildebroeders
  • In de kerk blijven deze gildebroeders naast de kist staan met hun gezicht naar voren
  • Door 4 gildebroeders (of meer) wordt gezorgd voor het collecteren en het uitdelen van de gedachtenisprentjes
  • Voor een uitnodiging voor eventuele koffietafel komen de dragers en bestuur in aanmerking
  • De familie mag zelf bepalen wie men uitnodigt voor een koffietafel
  • Bij aanwezigheid van gildebroeders van andere gilden sluiten deze aan achter het gilde
  • De gildebroeders van andere gilden nemen afscheid van de overledene na het eerbetoon met het hoofdvaandel
  • Als het op prijs wordt gesteld, dan kan de echtgenote of iemand anders van de familie persoonlijk iedere gildebroeder bedanken voor de bijdrage. Dit kan bijvoorbeeld bij de uitgang van het kerkhof of op een andere locatie.

Bij het begraven met gilde-eer zijn er twee opties:

  1. De overledene wordt thuis afgehaald

Het hele gilde komt bij de overledene bij elkaar en stelt zich op net als in een optocht. De trom(men) en het hoofdvaandel worden in rouw gedragen (omfloerst vaandel). Het koningszilver dat dan nog de koning draagt wordt op de kist gelegd en ook de hoed. De baar, al dan niet een auto, met daarnaast 6 gildebroeders neemt de plaats in achter de gildetrom en het hoofdvaandel en voor de koning. De jeugd en schildknapen lopen nu achter de drumband. Hierachter volgt de familie etc. Het gilde gaat met de dodenmars de kortste weg richting kerk. Bij de kerk aangekomen gaat eerst de familie etc. naar binnen. De kist wordt op de baar gezet en er mag nog één bloemstuk op de kist komen. De rest wordt door de jeugd en of gildebroeders gedragen en voor in de kerk gelegd. De overledene wordt achter in de kerk afgehaald door de priester. Met gepaste pas en de dodenmars gaat men naar binnen. Vooraan aangekomen gaat iedereen naar zijn plaats. De 6 dragers blijven naast de baar staan, de gildetrom tamboer, de vendeliers en het hoofdvaandel blijven staan op de door hen aangewezen plaats. De rest gaat in de banken zitten die voor hun bestemd zijn. Meestal in de banken rechts en links voor langs het altaar. De 4 of meer gildebroeders voor de collecte en gedachtenis prentjes zullen op verzoek van de begrafenisondernemer op een goede manier hun werk verrichten.

  1. De overledene wordt bij de kerk afgehaald

Het gilde komt bij de kerk bijeen. Ze stellen zich op in dezelfde volgorde als bij 1. De kist wordt op de baar gezet en het koningszilver komt op de kist te liggen evenals de hoed en een bloemstuk. Hierna staat men gereed totdat de overledene door de priester achterin de kerk wordt afgehaald. Met gepaste pas en de dodenmars gaat men naar binnen. Vooraan aangekomen gaat iedereen naar zijn plaats. De 6 dragers blijven naast de baar staan, de gildetrom tamboer, de vendeliers blijven staan op de door hen aangewezen plaats voor het priesterkoor. De vaandrig neemt plaats achter de baar en blijft gedurende de hele kerkdienst op deze plaats staan. De rest gaat in de banken zitten die voor hun bestemd zijn. Meestal in de banken rechts en links voor langs het altaar. De 4 of meer gildebroeders voor de collecte en gedachtenis prentjes zullen op verzoek van de begrafenisondernemer op een goede manier hun werk verrichten. Dit alles met gepaste pas en met de dodenmars.

Na de Heilige Mis gaat het kruis voorop, gevolgd door de pastoor en de bloemendragers. Daarna de drumband, jeugd, hoofdvaandel, gildetrom en de baar met 6 gildebroeders. Achter de baar de koning, koningin, bestuursleden, vendeliers en overige gildebroeders. Hierna komt de familie. Buiten aangekomen gaan we rechts naar beneden. De familie wacht totdat het gilde weer vooraan is en gaat dan, rechtdoor, over de trappen naar beneden en sluit achter het gilde aan.

Op het kerkhof aangekomen wordt halt gehouden bij de calvarieberg. Alle gildebroeders gaan aan de linkerzijde van de baar staan op gepaste afstand. De familie gaat rechts van de baar staan en de andere aanwezige sluiten zich hier rondom aan. Nu krijgt de priester het woord om afscheid te nemen. Als de priester klaar is en het kerkhof verlaat zal het gilde de overledene zijn laatste eer bewijzen. De vaandrig neemt zijn plaats in aan de ”hoofdzijde” van de lijkkist. Hij zwaait het vaandel driemaal rechts en driemaal links en laat daarna het vaandel “dood” op de lijkkist liggen. De hoofdvaandel drager treedt terug in het gilde. De gildebroeders van de andere gilden kunnen nu afscheid nemen.

Het gilde trekt zich terug naar een kant (linkerkant) van het kerkhof, zodat de familie als laatste afscheid kunnen nemen. Als iedereen het kerkhof verlaten heeft zal het gilde de overledene in het graf bijzetten. De baar wordt bij het graf neergezet en de lijkkist wordt ontdaan van bloemstuk, hoed en koningszilver, dit krijgt de koning weer omgehangen. De gildebroeders verzamelen zich rond het graf en de 6 dragers laten, onder tromgeroffel, de lijkkist zakken. De hoofdman bedankt iedereen voor hun aanwezigheid. Hierna kan iedereen op zijn eigen manier afscheid nemen. Hierna worden de trom(men) en hoofdvaandel ontdaan van de rouwtekenen. Het gilde stelt zich weer op en trekt, met een vrolijke mars, terug. De algehele leiding is in handen van de commandant van het gilde of zijn vervanger.

Bij een crematie

Als er aan een crematie een afscheidsdienst vooraf gaat, zal deze hetzelfde gaan als bij een uitvaart. Er zullen zoveel mogelijk gildebroeders meegaan naar het crematorium. Zeker aanwezig zijn de dragers, koning, bestuur, tamboer(s) en de vaandrig met hoofdvaandel. Daar aangekomen trekt men in gepaste pas en de dodenmars naar binnen. Iedereen neemt zijn plaats weer in zoals in de uitvaartdienst. Aan het einde zal het gilde de overledene zijn laatste eer bewijzen. De vaandrig neemt zijn plaats in aan de ”hoofdzijde” van de kist. Hij zwaait het vaandel driemaal rechts en driemaal links en laat daarna het vaandel “dood” op de kist liggen. De hoofdvaandel drager treedt terug in het gilde. Het gilde neemt afscheid van de overledene en verlaat het crematorium, zodat de familie als laatste afscheid kunnen nemen. Als iedereen afscheid heeft genomen gaat het gilde terug om de kist te ontdoen van, hoed en koningszilver, dit krijgt de koning weer omgehangen. De hoofdman bedankt iedereen voor hun aanwezigheid. Hierna worden de trom(men) en hoofdvaandel ontdaan van de rouwtekenen.

Ook bij alleen maar crematie zal het gilde de overledene met gilde-eer de laatste eer bewijzen als dit wenselijk is namens de familie. De richtlijnen zijn hetzelfde als na een uitvaartdienst.